Geschiedenis

Geschiedenis van Veenklooster

Het cultuurhistorische dorp Veenklooster ontleent haar naam aan het Premonstratenserklooster Mons Oliveti (Olijfberg), Veenklooster genoemd, dat in de 13e eeuw werd gesticht. De oudste vermelding is, volgens Andreae, van 1287, toen door een overstroming veel nonnen verdronken. De naam van het klooster houdt vermoedelijk verband met de aanwezigheid van veen ter plaatse of in de onmiddelijke omgeving. Na de Reformatie werden de kloostergebouwen van het Veenklooster afgebroken en de terreinen verkocht. Later verrees hier Fogelsanghstate. Midden in de dorpsbebouwing ligt de Brink, dit begrip is vooral bij Drentse dorpen bekend waar het een open ruimte in het dorp betreft waaronder andere het vee werd verzameld. Deze functie had en heeft de Brink in Veenklooster niet. Veenklooster heeft het predicaat beschermd dorpsgezicht.

 

Het fraaie statige Fogelsanghstate is eigenlijk geen museum, maar een opengesteld uniek particulier buitenhuis, en toch is Fogelsanghstate vanaf juli 2017 officieel Erkend Museum.

Sinds de bouw in 1646 is het in particuliere handen geweest, het vererfde steeds, en is nu eigendom van Kyra Livia baronesse van Harinxma thoe Slooten die het vruchtgebruik van het huis heeft ondergebracht in de “Stichting Fogelsanghstate.” Aangelegen het prachtige Veenkloosterbos.

 

Naast Fogelsanghstate kent Veenklooster nog een statig gebouw namelijk “It Lytse Slot.” Het statige witte huis werd in het jaar 1870 gebouwd in opdracht van Hector Livius baron van Heemstra. Oorspronkelijk droeg het gebouw de naam “Eiken Hiem.” Nadat een grondige verbouwing had plaatsgevonden omstreeks 1930 werd het de naam “Villa Nova” gegeven. Toch nam de omwonende bevolking deze benamingen niet in de mond. Voor hen bestond dit gebouw onder de naam: “It Lytse Slot.”

Het dorp herbergt daarnaast nog twee galeries namelijk Galerie De Kuiperij en Galerie Noordvleugel, een aantal fraaie boerderijen en unieke huizen.

Toen Baron Hector Livius van Heemstra kamerheer van Koning Willem III was, nodigde hij in 1870 zijn koning uit in Veenklooster. Het dorp Veenklooster was in rep en roer, zeker toe baron van Heemstra aankondigde dat er grootse veranderingen gingen plaatsvinden in Veenklooster. Er werd speciaal voor het bezoek een koningsweg aangelegd. Fogelsangstate moest statiger en deftiger en het dorp moest aanzien krijgen. De koningsweg liep en loopt nog altijd van west naar oost dwars over het landgoed Fogelsanghstate, als het ware door de entreehal van het landhuis heen. Pas in 1873 kwam koning Willem III naar Veenklooster. Hij kwam met de koninklijke trein die stopte in Buitenpost. Met het rijtuig van Van Heemstra reed de koning naar Veenklooster.

In het kader van dit bezoek en in het kader van Leeuwarden Culturele Hoofdstad is het idee ontstaan om een groot keningsmiel te houden onder de eeuwenoude eiken in Veenklooster.